maandag 25 november 2019
Rembrandt van Rijn, geboren te Leiden in 1606, stierf in 1669 te Amsterdam op 63-jarige leeftijd. Hij werd wereldwijd beroemd als schilder, tekenaar en etser. Op woensdag 20 november schoven 32 leden van de Kunstkring aan voor een lezing over deze zeventiende-eeuwse schilder door Ruud Ringers, kunsthistoricus en beeldhouwer,
Rembrandt van Rijn maakte ongeveer 300 schilderijen. De Nachtwacht is daar een bekend voorbeeld van. Daarnaast vervaardigde hij ook 300 etsen en 2000 tekeningen. De barokstijl is kenmerkend voor zijn werken. Hij speelde daarbij met licht en donker en gebruikte veel contrasten (clair-obscur) en dramatiek.
Als kind ging Rembrandt naar de Latijnse school in Leiden waar hij zijn eerste schilderlessen kreeg van Hendrick Rijverding. Daarna studeerde hij minstens nog twee jaar letteren aan de universiteit. Daar werd hij ook onderwezen in theologie. Zijn Bijbelse en mythologische kennis, die we in veel van zijn schilderijen terugvinden, komt waarschijnlijk daar vandaan. Rembrandt volgde nauwelijks colleges, maar hij maakte wel gebruik van de faciliteiten; waaronder gratis bier en vrijstelling van dienstplicht, maar ook gebruik van de bibliotheek. Hij stopte met zijn studie en ging in de leer bij de schilder Jacob van Swanenburgh. Toen die hem niets meer kon leren ging Rembrandt in de leer bij Pieter Lastman in Amsterdam, een schilder van vooral Bijbelse, mythologische en historische taferelen.
Op zijn zeventiende begon Rembrandt zijn eigen atelier. Al gauw werd hij beroemd om zijn eigen stijl: hij schilderde de mensen zoals ze écht waren, kon hun emoties voortreffelijk weergeven en had een bijzonder talent voor contrasten, licht en donker.
Zelf beschouwde Rembrandt zich vooral als historie- en portretschilder. Hij heeft zo’n 80 zelfportretten gemaakt, waardoor we een goed beeld hebben kunnen krijgen van zijn uiterlijk en zijn gevoelens. Deze zelfportretten werden namelijk niet in opdracht gemaakt. Daardoor waren ze minder formeel en daardoor ‘echter’. In veel van zijn werken zien we Bijbelse, historische en mythologische figuren. Hij beeldde zichzelf onder andere uit als apostel Paulus en als een oosterse koning. Ook zijn vrouw, zijn zoon Titus, zijn huishoudster Saskia (later geliefde, maar uit praktische overwegingen zonder huwelijk) en hun dochter zien we regelmatig op zijn schilderijen. Rembrandt kende in zijn leven veel ups en downs. Hij kon niet met geld omgaan, kreeg te maken met ziekte en sterfgevallen in zijn gezin. De emoties die dat met zich meebracht, zien we in zijn werken.
Tijdens de lezing werden veel dia’s vertoond van zijn schilderijen, etsen en tekeningen. Ruud vertelde het verhaal dat bij elke schilderopdracht hoorde en hij wees op de details. Daardoor kon je beter het wat, hoe en waarom begrijpen van een werk. Of, zoals Ruud het zei: ‘Als je de achtergrond weet, herken je het beter’.